Door de mens veroorzaakte klimaatverandering maakt de kans op droogte op het noordelijk halfrond "meer dan twintig keer zo groot". Een team van internationale wetenschappers van de World Weather Attribution (WWA), waar ook het Nederlandse KNMI aan meewerkt, komt tot die conclusie. Door de opwarming van de aarde is de verwachting dat elke twintig jaar zo'n droge zomer als deze voorbije zomer voorkomt. "De zomer van 2022 laat zien dat klimaatverandering het risico op agrarische droogte en oppervlaktedroogte in dichtbevolkte gebieden op het noordelijk halfrond verhoogt", stelt WWA-onderzoeker Sonia Seneviratne. De wetenschappers hebben de bodemvochtigheid in de zomermaanden gemeten. Er is sprake van oppervlaktedroogte als de toplaag van 7 centimeter van de grond verdroogd is. Agrarische droogte betekent dat de bovenste meter van de grond is verdroogd. Zonder klimaatverandering was er volgens de onderzoekers iedere vierhonderd jaar kans geweest op extreme droogte zoals we die deze zomer zagen. Het extreme weer veroorzaakt bosbranden en leidt tot slechte oogsten. Vooral dat laatste is volgens Seneviratne zorgwekkend. Maarten van Aalst, directeur van het klimaatcentrum van het Rode Kruis en hoogleraar Klimaat en Rampen aan de Universiteit Twente, zegt tegen persbureau AFP dat we ons voor moeten bereiden op een toekomst waarin hitte en droogte vaker voor zullen komen. "Het speelt zich nog sneller voor onze ogen af dan we hadden verwacht", aldus Van Aalst.