ANKARA (ANP/BLOOMBERG) - De partij van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft het slecht gedaan in de lokale verkiezingen van zondag. Met 99,8 procent van de stemmen geteld, staat de oppositiepartij CHP op 37,7 procent en de regeringspartij AKP van Erdogan op 35,5 procent. Bij de vorige lokale verkiezingen in 2019 won de AKP nog met bijna 45 procent van de stemmen.
Vooral in de steden doet de oppositie het goed. In Istanbul gaat de centrumlinkse Republikeinse Volkspartij (CHP) voorop met 51,1 procent van de stemmen. De partij van Erdogan volgt met 39,6 procent. In de hoofdstad Ankara is het verschil nog groter, met 60,4 procent voor de CHP tegenover 31,7 procent voor de AKP.
In die twee steden was de oppositie al wel aan de macht, maar is de winst groter dan vijf jaar geleden. In Istanbul heeft de zittende CHP-burgemeester Ekrem Imamoğlu zondagnacht de overwinning geclaimd. In Ankara deed burgemeester Mansur Yavas hetzelfde.
Erdogan noemde de verkiezingsuitslagen een keerpunt voor zijn partij. "Helaas hebben we niet de resultaten behaald waarop we hadden gehoopt", zei de president tegen een menigte in Ankara.