De 14-jarige Esmee is op 30 december 2021 hoogstwaarschijnlijk om het leven gekomen door verwurging. Dit bleek vrijdag tijdens een inleidende zitting in de rechtbank in Den Haag, waar haar turnleraar Olivier van de G. (32) terechtstaat voor het doden en misbruiken van het meisje uit Hazerswoude-Rijndijk. Zijn advocaat Job Knoester zegt dat er geen sprake is van moord. "Het is gebeurd in een opwelling", zei de raadsman. Esmee kende de verdachte van een schoolkamp en als haar turnleraar. Thuis deed ze geheimzinnig over het contact met hem, zo droeg de rechtbank voor uit het strafdossier. Ze stuurden in het jaar dat ze elkaar kenden 25.000 berichten naar elkaar. De ouders van Esmee gaven hun dochter op 30 december als vermist op. De politie ging de daaropvolgende nacht twee keer langs bij de verdachte. Die zou verbaasd hebben gereageerd op haar vermissing. Wurggreep Het slachtoffer werd op 31 december door een groepje sporters aangetroffen in een speelparkje aan de Melchior Treublaan in Leiden. Om 13.00 uur die dag werd de verdachte aangehouden. Van de G. verklaarde eind januari voor het eerst bij de politie dat hij een seksuele relatie had met Esmee en dat zij bij hem thuis kwam. Tijdens een "stoeipartij" zou Esmee met de schouders tegen de grond zijn gedrukt. De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij haar in een soort wurggreep hield, met zijn onderarm voor haar hals langs, totdat hij constateerde dat ze niet meer leefde. Daarna nam hij het lichaam mee de flat uit om te verbergen dat hij een relatie met haar had. "Ook het verplaatsen van het lichaam is gebeurd in een soort waas, een paniekactie. Het past ook niet bij hem", zei zijn advocaat. Van de G. wil alle medewerking verlenen aan het onderzoek, zei hij in de rechtbank. "Wat er gebeurd is, is verschrikkelijk. Vandaar dat ik een verklaring heb afgelegd. Omdat er dingen zijn gebeurd waarvan ik me niet bewust van ben geweest. ik wil graag helpen en zorgen dat dit zo goed mogelijk wordt opgelost, dat ik zoveel mogelijk kan helpen in dit proces." Onderzoek Van de G. werkt mee aan een opname in het Pieter Baan Centrum. Daar wordt hij onderzocht door een psychiater en een neuropsycholoog. De volgende inleidende zitting is op 24 juni.