Sint-Maarten krijgt voorlopig geen financiële coronasteun van Nederland, omdat het bij de Verenigde Naties heeft geklaagd over vermeend racisme door de Nederlandse overheid. De voorwaarden waaraan Sint-Maarten moet voldoen in ruil voor steun laten koloniale overheersing terugkeren, aldus de klacht. Het gaat om een bedrag van ruim 18 miljoen euro dat Sint-Maarten nu moet missen. Het eiland ligt al lang met Nederland overhoop over coronasteun, en de hervormingen die daarmee samenhangen.
Onder meer het oprichten van een organisatie die de bezuinigingen en hervormingen moet doorvoeren, het COHO, schopt Sint-Maarten tegen het zere been. Door de oprichting van dat Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling zou het eiland te veel autonomie moeten inleveren. Sinds 2010 is Sint-Maarten een autonoom land binnen het koninkrijk. Het COHO moet ook gaan over de steunpakketten voor Aruba en Curaçao.
Ook de Raad van State (RvS) oordeelde kritisch over het COHO, omdat de bevoegdheden van het orgaan te ver gaan. Hervormingen in ruil voor steun vindt de RvS logisch, maar het is vooraf nog te onduidelijk welke autonomie de eilanden moeten inleveren en aan welke voorwaarden ze moeten voldoen. Het ging om een nog vertrouwelijk advies, dat staatssecretaris Raymond Knops deze week met tegenzin openbaar maakte omdat het gelekt was naar verschillende Caribische media.
Knops nam "met grote verbazing" kennis van de klacht van Sint-Maarten, schrijft hij vrijdag, omdat het land eerder juist akkoord ging met de oprichting van het COHO en de voorgestelde hervormingen. Zolang Sint-Maarten hier niet duidelijk over is, wordt er niet betaald, aldus Knops. Eerder noemde hij de beschuldigingen van racisme "onzin. Er is geen sprake van een racistisch motief. We tasten de autonomie van Sint-Maarten niet aan." Hij vindt de beschuldigingen "heel pijnlijk".
Aruba krijgt wel de ruim 100 miljoen euro aan steun, aldus Knops vrijdag. Curaçao heeft voorlopig geen financiële steun nodig. Nederland blijft humanitaire hulp zoals met voedsel verlenen aan de landen, als dat nodig is. In ruil daarvoor hoeven de landen niet te hervormen.