Nederland werkte mee aan het proces tegen piloot Julio Poch, zodat de Argentijnse justitie Jorge Zorreguieta, staatssecretaris tijdens de junta, ongemoeid zou laten. Dat zei Michiel Meijer, voormalig president-directeur van luchtvaartmaatschappij Transavia, gisteren bij de rechtbank in Den Haag, schrijft het
NRC. Hij zou zich baseren op uitspraken van officier van justitie Guus Schram. Meijer werd via een videoverbinding onder ede verhoord door de rechtbank in Buenos Aires, waar Poch terechtstaat. De piloot is ervan beschuldigd ‘dodenvluchten’ te hebben uitgevoerd voor de Argentijnse junta (1976-1983), waarbij ‘subversieven’ uit het vliegtuig werden gegooid. Meijer over Schram: “Hij zei me dat er in het onderzoek tegen Poch hogere belangen waren die ik me waarschijnlijk niet kon voorstellen. Ik vroeg Schram of hij doelde op de relatie van deze zaak met het Koninklijk Huis, een gerucht dat toen al in bredere kring werd gehoord. Hierop gaf hij geen antwoord, maar uit zijn lichaamstaal maakte ik op dat ik gelijk had.” Ook was Meijer verontwaardigd over de politie. Die zou twee piloten van Transavia “met arrestaties hebben gedreigd” als ze niet zouden zwijgen. Verder zei hij nog dat ''het OM er altijd van overtuigd is geweest dat Poch schuldig was, nog voordat er bewijs was gevonden.” Volgens het Openbaar Ministerie heeft officier van justitie Guus Schram “nooit iets gemerkt van enige invloed van wie dan ook buiten het OM” in de zaak-Poch.