Diverse organisaties die geestelijke gezondheidszorg verlenen aan patiënten die strafbare feiten hebben begaan, zoals tbs'ers, staan dinsdag in de rechtbank van Den Haag tegenover het ministerie van Justitie en Veiligheid. De organisaties eisen hogere vergoedingen dan het ministerie biedt. Ze wijzen erop dat de kosten van de zorg zijn toegenomen en waarschuwen voor verslechtering van de kwaliteit van behandelingen, met alle gevolgen van dien, als dat niet wordt gecompenseerd.
"Wij vinden het onbegrijpelijk dat een sector die een belangrijke en bewezen bijdrage levert aan de veiligheid in de samenleving op deze wijze onder druk komt te staan", stelt Fivoor, een van de eisende partijen. De instelling runt onder meer de tbs-kliniek in Den Dolder die onder vuur kwam te liggen na de moord op de 25-jarige studente Anne Faber. Dader Michael P. was er onder behandeling toen hij de moord pleegde in september 2017. Tijdens zijn verblijf in Den Dolder zijn grove fouten gemaakt, constateerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) vorig jaar in een vernietigend rapport. Zo was niet goed onderzocht hoe gevaarlijk hij was.
Fivoor verwijst zelf ook naar de "tragische voorvallen in de afgelopen jaren". "Aan alle kanten werken we er hard aan om verbeteringen door te voeren om te voldoen aan de hogere verwachtingen die de samenleving heeft. Dat lukt niet als er geen redelijke vergoeding tegenover staat", aldus de instelling.
Het kort geding heeft veel steun uit de sector. Zeven andere GGZ-organisaties, waaronder De Forensische Zorgspecialisten, Reinier van Arkel en stichting GGNet, hebben zich bij de zaak aangesloten.