Een frikandel is een worstvormig product dat warm wordt gefrituurd. De frikandel werd voor het eerst geïntroduceerd in de jaren '50 door Gerrit de Vries, een slagersknecht uit Dordrecht. Hij maakte oorspronkelijk gehaktballen voor de horeca, maar door een wijziging in de Warenwet moest hij zijn product veranderen. Hij besloot de vorm te wijzigen van een bal naar een worst, wat resulteerde in de frikandel[.
De ingrediënten van een frikandel kunnen variëren per fabrikant, maar over het algemeen bestaat een frikandel uit de volgende ingrediënten:
- Separatorvlees (meestal een combinatie van kippenvlees, varkensvlees en rundvlees)
- Water
- Bindmiddel zoals paneermeel, bloem, tarwezetmeel of soja-eiwit
- Kruiden en specerijen zoals peper, zout, nootmuskaat, foelie, paprikapoeder en knoflookpoeder
- Smaakversterkers, conserveringsmiddelen, stabilisatoren en emulgatoren.
Het vlees is dat separatorvlees. Dit is vlees dat na het slachten op het karkas overblijft en met hoge druk eraf wordt gespoten. Ondanks de geruchten die de ronde doen, bevat een frikandel geen slachtafval zoals koeienogen.
Er zijn ook vegetarische en halal-versies van de frikandel beschikbaar. De ingrediënten van een vegetarische frikandel zijn vergelijkbaar met die van een traditionele frikandel, maar in plaats van vlees worden plantaardige eiwitten zoals soja, tarwe of groenten gebruikt.