Met een enorme hijskraan is in de nacht van woensdag op donderdag de Gouden Koets naar de binnenplaats van het Amsterdam Museum getakeld. Het ruim 2800 kilo wegende gevaarte, dat in een houten kist verpakt was, moest daarvoor over het dak van het museum worden getild. Na het ophijsen hing de koets enige tijd stil boven het historische pand, zodat de medewerkers van de kraanverhuurder van de Nieuwezijds Voorburgwal naar de binnenplaats konden lopen. De koets werd neergezet vlakbij de glazen behuizing waarin hij de komende tijd wordt tentoongesteld. Het uitpakken en installeren gebeurt in beslotenheid.
Vanaf 18 juni kan het publiek de Gouden Koets ruim acht maanden lang van dichtbij bekijken. In de zalen rond de binnenplaats geven honderden cultuurhistorische objecten, schilderijen, kostuums en japonnen, spotprenten, foto’s en filmpjes een beeld van de geschiedenis, het ontwerp, de restauratie en het gebruik van het rijtuig en de discussies uit heden en verleden. Vooral de schildering op een zijpaneel, 'Hulde der Koloniën', gaf tien jaar geleden aanleiding tot debat. Op het 'slavenpaneel' is te zien hoe donkere mensen uit de koloniën producten en geschenken overhandigen aan een witte jonge vrouw die Nederland uitbeeldt.
De koets is van teakhout met een laagje bladgoud. Hij werd in 1898 door de stad Amsterdam geschonken aan koningin Wilhelmina ter gelegenheid van haar inhuldiging. Het rijtuig is de afgelopen vijf jaar in Den Haag gerestaureerd. Het werd daarvoor helemaal uit elkaar gehaald. Voor de duur van de expositie heeft het Amsterdam Museum de Gouden Koets in bruikleen van het Koninklijk Staldepartement en de Koninklijke Verzamelingen. Of hij na de tentoonstelling weer in gebruik wordt genomen voor de koninklijke rijtoer op Prinsjesdag is nog niet bekend.
Koning Willem-Alexander opent de tentoonstelling op 17 juni. Hij krijgt dan een rondleiding en een boek over de Gouden Koets.