Sinds de jaren zeventig is het aantal terreurslachtoffers wereldwijd alleen maar afgenomen. Toch zijn we banger dan ooit dat er om ons heen bommen gaan ontploffen. Hoe kan dat? Het is deels de schuld van de media, vindt Jacco Pekelder, terrorismedeskundige en historicus aan de Universiteit Utrecht. In legt hij uit: "Sinds het moderne terrorisme, dat begon met de terreur van de Russische anarchisten rond 1880, is nieuws op grote schaal koopwaar. Kranten werden in die tijd goedkoper om te drukken en later nam de kracht van beeld ook enorm toe. Zo is er een fatale alliantie tussen journalisten en terroristen ontstaan. Journalisten schrijven, terroristen plegen aanslagen. En dat versterkt elkaar. Mensen hebben het gevoel dat ze middenin een wervelwind staan. Sociale media hebben die perceptie versterkt, ondanks het teruglopende aantal doden bij aanslagen." Zo lijkt het iets nieuws dat aanslagplegers kiezen voor grote steden en openbare ruimten met veel mensen, maar dat is niet zo, aldus Pekelder. "Tsjetsjeense terroristen hebben in 2002 gelijkaardige aanslagen gepleegd in een theater in Moskou en op een school in Beslan. Er waren de aanslagen in Mumbai in 2008. In Europa is het wel relatief nieuw. Aan de andere kant is Europa ook weer gewoon een deel van de wereld en er is geen reden om te
denken dat de rauwe kant van de wereld hier niets te zoeken heeft. Dat zou naïef en arrogant zijn, en met die instelling loop je juist het risico op overdreven panische reacties." Hij vindt angst onnodig en adviseert om gewoon door te gaan met leven. "We moeten laten zien dat de gematigde stem uiteindelijk het hardste klinkt. Trouw blijven aan de open samenleving. Doen we dat niet, dan passen we ons aan hun spelregels aan en maken we het veel moeilijker om hen de baas te blijven."