In het ene land is het een stuk meer geaccepteerd om bijvoorbeeld biseksueel of non-binair te zijn dan in het andere.
Ipsos deed ter gelegenheid van de Pride-maand onderzoek in dertig landen en concludeert: gemiddeld identificeert 9 procent van de volwassenen zich als lhbti.
Deze afkorting omvat alle mogelijk gendervoorkeuren: van homo tot aseksueel en van non-binair tot trans. De verschillen tussen landen blijken groot. In Brazilië wonen de meeste mensen met een lhbti-achtergrond: maar liefst 15 procent is niet hetero of puur man of vrouw. Spanje volgt met 14 procent. Zwitserland (13 procent), het Verenigd Koninkrijk (12 procent) en Nederland (eveneens 12 procent) maken de top vijf compleet.
In Spanje vallen mensen het vaakst op hetzelfde geslacht (6 procent) terwijl in Brazilië en Nederland met 7 procent mensen het vaakst biseksueel zijn. De Verenigde Staten komen net boven het gemiddelde uit met 10 procent lhbti'ers. In Amerika noemt 3 procent zich homo, 5 procent is biseksueel.
Maar er zijn ook landen waar een andere seksuele oriëntatie veel minder vaak voorkomt. In Ierland en Polen ligt dat percentage bijvoorbeeld maar op 6 procent. Dat is best vreemd, aangezien Polen bekendstaat als homofoob, terwijl Ierland juist in 2015 al het homohuwelijk legaliseerde. In Peru wonen met 4 procent de minste lhbti'ers.
LeeftijdZoals je zou verwachten verschilt het aantal lhbti'ers ook erg per leeftijdscategorie. Daarbij geldt: hoe ouder de ondervraagden, hoe lager het percentage. Maar liefst 18 procent van Gen Z noemt zich lhbti. Onder millennials ligt dat percentage op 10 procent. Bij Gen X is het 6 procent en bij de babyboomers maar 4 procent. Bijna vijf keer zoveel jongeren als ouderen identificeren zich dus als lhbti.