Om de afperser van John en Linda de Mol op te sporen is maandag een compositietekening verspreid: een oudere
man met dun grijs haar, een ronde bril en een overhemd. Daar lopen er natuurlijk duizenden van rond. Hoe zinvol is zo'n tekening dan? 'Een tekening alleen is vrijwel nooit voldoende om een dader op te sporen', zegt Peter van Koppen, hoogleraar rechtspsychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam tegen de Volkskrant. Alleen samen met andere aanwijzingen kan een compositietekening een belletje doen rinkelen bij bekenden van een mogelijke dader, stelt hij. 'In combinatie met bijvoorbeeld een zwarte brommer of een rood petje is de kans groter dat iemand toch denkt: hé, dat kan Pietje wel eens zijn.' Uit wetenschappelijk onderzoek van onder meer de Britse University of Stirling blijkt dat proefpersonen zelfs compositietekeningen van beroemde personen als Brad Pitt amper herkennen. Ook andere studies concluderen dat de herinneringen van ooggetuigen niet erg betrouwbaar zijn. Een woordvoerder van de politie: 'Ga zelf maar na: als je iemand vijf minuten aankijkt en je wordt drie dagen later gevraagd of je diegene wilt beschrijven, is dat hartstikke moeilijk.'