Hospiteeravonden zijn noodzakelijk kwaad voor kamerzoekende student. Deze bizarre vragen kun je verwachten

Samenleving
donderdag, 31 augustus 2023 om 13:47
anp 58451470
“Met welk fruit identificeer jij je?” en “Wil jij even op tafel gaan staan en je voorstellen?”. Dit zijn enkele van de vreemde en ongemakkelijke vragen die studenten krijgen op hospiteeravonden. Voor veel studenten is dit de enige manier om kans te maken op een kamer.
Maartje Huvenaars (20) vertelt in het AD over haar zoektocht en de bizarre vragen die haar werden gesteld. “Stel dat je met ons allemaal op een boot zou zitten, en die boot zinkt. Je hebt maar één reddingsboei om weg te geven. Welke huisgenoot zou je redden?” Ze krijgt er nog steeds een ongemakkelijk gevoel van als ze eraan terugdenkt.
“Wat voor verkeersbord zou je zijn?”
In studentensteden als Utrecht is hospiteren de norm. Soms zijn er tientallen gegadigden voor de kamer. Degene die het meest in de smaak valt, wordt de nieuwe huisgenoot. Zelfs studenten die zich inschrijven bij huisvester SSH mogen – na een wachttijd van zo'n drie jaar – ettelijke malen op 'auditie' gaan.
Bij Huvenaars was het na twaalf keer hospiteren raak bij een SSH-pand in Zeist. Mocht je na twintig hospiteeravonden binnen drie maanden nog steeds met lege handen staan, dan word je ingeloot door de woningbouwstichting zonder te hoeven hospiteren, laat een woordvoerder van SSH weten.
Blijf jezelf
De constante afwijzingen zijn erg onprettig, maar Huvenaars heeft er wel een dikkere huid door gekregen. Ze heeft nog een paar tips voor studenten die nu aan het hospiteren zijn. “Allereerst: gewoon door blijven gaan, en het allesbehalve persoonlijk opvatten als je wordt afgewezen. En nog belangrijker: blijf jezelf. Nu ben ik blij dat ik me - uiteindelijk - niet anders heb voorgedaan dan ik ben. Dat ik niet terecht ben gekomen in een huis met mensen die gek zijn op feestjes en festivals, want dat is gewoon niets voor mij. Op de laatste hospiteeravond was ik volledig mezelf, toen ben ik het geworden”, besluit de studente.
Bron(nen): AD