Terwijl moderne gebouwen vaak maar vijftig tot honderd jaar meegaan, zweeft Venetië al meer dan zestien eeuwen op miljoenen houten palen boven het water. Recent onderzoek onthult meer over het systeem dat de wereldberoemde stad overeind houdt.
Onder de historische paleizen en kerken van Venetië gaat een omgekeerd bos schuil. De beroemde Rialtobrug rust bijvoorbeeld op maar liefst 14.000 houten palen, terwijl de Basiliek van San Marco wordt gedragen door 10.000 eikenhouten stammen die er al sinds 832 staan.
Het systeem werkt verrassend simpel: de palen werden in een spiraalvorm de grond in geslagen, ongeveer negen per vierkante meter. De bovenkant werd afgezaagd tot onder zeeniveau. Daarop kwam een platform van dikke houten balken, gevolgd door de stenen fundamenten van de gebouwen.
Maar hoe kan het dat deze houten constructies zo lang overleven? Tien jaar geleden onderzochten wetenschappers de staat van de palen. Hoewel het hout langzaam wordt aangetast door bacteriën, zorgt de unieke combinatie van water, modder en hout ervoor dat alles bij elkaar wordt gehouden. Het water vult de door bacteriën leeggegeten cellen, waardoor de palen hun vorm behouden.
De Venetianen waren hun tijd ver vooruit met deze techniek. Ze waren bovendien de uitvinders van bosbeheer; al in 1111 werden er regels opgesteld om de bossen duurzaam te beheren. Andere landen kampten eeuwen later nog met houttekorten.
Hoe lang de houten fundering het nog volhoudt? Dat is onbekend. Maar zolang water, modder en hout in balans blijven, lijkt er weinig reden tot zorg. De stad die in maart haar 1604e verjaardag vierde, kan voorlopig nog wel even mee.
Bron: BBC