In
Noord-Korea is internet taboe. Noord-Koreaanse burgers mogen het internet niet op, het is simpelweg verboden. Ondertussen is het land volgens een toevluchtsoord voor westerse bedrijven die er hun software laten schrijven en hun websites laten bouwen, want 'goedkoper kan het nergens en de kwaliteit is hoog'. Volgens Trouw weten middelbare scholieren in Pyongyang wel computertalen op te noemen. De termen Java en html rollen er zo uit. Maar daar houdt het bij op, internet is verder alleen beschikbaar voor Kim Jung-un en consorten die het gebruiken voor spionage en cyberaanvallen. Volgens de gevluchte Noord-Koreaanse Kim Heung Kwang, die er sinds 2003 weg is, heeft het land tussen de 1000 tot 3000 professionele hackers of meer. Zij werken vanuit China en andere landen en vallen vooral Zuid-Korea lastig. In de laatste 5 jaar kreeg Zuid-Korea 6 keer te maken met zware cyberaanvallen. Het kantoor van de president, ministeries, tv-zenders, banken en kranten werden getroffen. In 2013 werden 48.000 computers bestookt. Het lijkt zeer aannemelijk dat het land ook achter de hack op Sony Pictures zit zodat de comedy niet vertoond zou worden. Voor sommigen is het misschien grappig dat Noord-Korea het genre 'politieke comedy' niet kent, maar Trouw wijst erop dat het de volgende keer misschien een elektriciteitsbedrijf is of een Amerikaans ministerie dat door de Noord-Koreanen gepakt wordt.