Strijders van terreurbeweging Islamitische Staat (IS) hebben zich zondag teruggetrokken uit de noordelijke wijken van de ruïnenstad Palmyra die zij een dag eerder hadden veroverd. Zij hebben nog wel een dorp ten noorden van de stad in handen. Dat heeft het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten gemeld.
Maamoun Abdulkarim, directeur archeologisch erfgoed van de Syrische regering, zei zondag dat het leger Palmyra weer geheel in handen heeft. De ruïnes in het zuidwesten van de stad zouden onbeschadigd zijn.
Archeologen en de VN-organisatie voor cultuur zijn bijzonder bezorgd over de opmars van IS naar Palmyra, dat tot de belangrijkste archeologische plaatsen in het Midden-Oosten wordt gerekend. Unesco zette de stad twee jaar geleden op lijst van bedreigd werelderfgoed.
Palmyra, ten oosten van de Syrische hoofdstad Damascus, wordt de stad van Duizend Zuilen genoemd. De stad werd rijk door de strategische ligging op de zijderoute. Handelaren konden hun waar verkopen aan reizigers, waardoor Palmyra grote kunstwerken kon bouwen.