De coronacrisis is ook "een kans voor een duurzame economie", vindt een grote meerderheid van de kiezers die hebben meegedaan aan een peiling van onderzoeksbureau I&O Research. 'Groen herstel' kan rekenen op steun van 72 procent van de 2336 ondervraagden. Zij zijn het eens met de stelling: "We moeten de coronacrisis zo aanpakken dat we gelijk iets voor het klimaat doen". De peiling is uitgevoerd in opdracht van Milieudefensie.
Zes op de tien ondervraagden noemen het klimaatstandpunt van politieke partijen belangrijk voor hun keuze op 17 maart. Die dag staan de Tweede Kamerverkiezingen op de agenda en het is de bedoeling dat die doorgaan, ondanks de coronapandemie.
Gemiddeld vinden linkse kiezers klimaat belangrijker dan rechtse kiezers. Toch zegt ook 58 procent van de ondervraagden die vorige keer op de VVD hebben gestemd het een belangrijk thema te vinden. Hetzelfde geldt voor 54 procent van de CDA-kiezers.
Vrijwel alle respondenten die in 2017 op GroenLinks hebben gestemd, vinden het klimaat belangrijk. Voor kiezers van PvdD (90 procent), D66 (85 procent), PvdA (82 procent), ChristenUnie (66 procent), en SP (64 procent) geldt dat ook. Ondervraagde kiezers van Forum voor Democratie en PVV zijn het minst bezig met het klimaat. Ook de SGP-aanhang is volgens de peiling geen voorstander van meer klimaatactie.
Van alle ondervraagden vindt 52 procent dat het volgende kabinet meer moet doen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen dan Rutte-III. Van 31 procent mag dat "ongeveer even veel" zijn, 12 procent wil juist minder maatregelen en 5 procent weet het niet.
Ook hier is een tweedeling tussen links en rechts te zien, met aanhangers van GroenLinks en FvD als uitersten. Linkse kiezers willen vaker meer actie zien tegen klimaatverandering, rechtse kiezers zijn daar vaker tegen. Van de gepeilde CDA- en VVD-kiezers wil respectievelijk 47 procent en 42 procent dat het volgende kabinet meer doet. Een ongeveer net zo groot deel van de aanhang van deze partijen wil een pas op de plaats.
Alleen de gepeilde FvD-aanhang vindt in meerderheid dat minder moet gebeuren om de CO2-uitstoot omlaag te krijgen. Van de PVV-kiezers gaat 41 procent voor "minder", 34 procent wil het klimaatbeleid houden zoals het is en 21 procent vindt dat er een schep bovenop moet.
De grootste consensus bestaat over de stelling dat grote, vervuilende bedrijven meer moeten doen om klimaatverandering tegen te gaan. Daar is 92 procent het mee eens. Ook kiezers aan de rechterflank van het politieke spectrum vinkten in meerderheid aan dat ze het hiermee eens zijn.
Volgens het onafhankelijke I&O is de gepeilde groep een afspiegeling van de bevolking qua geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2017.