Koning Willem-Alexander heeft maandag aan het eind van de middag in Rotterdam gesprekken gevoerd met politie-, ambulance- en brandweerpersoneel dat ingezet werd bij de rellen vrijdag in de stad. Ook sprak hij met ondernemers op de Coolsingel en medewerkers van de dienst Stadsbeheer die werden ingezet voor herstel- en opruimwerkzaamheden. De koning sprak bij de samenkomst in het stadhuis "namens negentig procent van de Nederlanders die vinden dat dit niet kan" zijn dank uit aan politie en hulpdiensten. Burgemeester Ahmed Aboutaleb vond het "ongelooflijk fijn" dat de koning niet alleen in goede tijden, zoals de opening van een museumdepot, maar ook in slechte tijden spontaan naar Rotterdam was gekomen. Aboutaleb vroeg zich in het gesprek met brandweer en ambulancedienst af waar het 'beschavingsoffensief' blijft van de "negentig procent" van de bevolking die niet pikt dat er geweld wordt gebruikt en vernielingen worden aangericht. Waar blijft de reactie van de samenleving, zei hij in een discussie waarin ook al werd vooruitgekeken naar oud en nieuw en waarin de koning wilde weten hoe een veiligheidsregio zich daarop kan voorbereiden. De aanwezigen hebben het "verschrikkelijk moeilijk gehad". "Zo erg heb ik het nog niet meegemaakt. Ze hebben voor hun leven moeten vechten", aldus de burgemeester. Prachtig signaal Aboutaleb biedt ondernemers steun en hulp aan, want de verzekering dekt geen schade door rellen, zei hij tijdens het gesprek met vertegenwoordigers van getroffen ondernemers en de koning. De Rotterdamse politiechef Fred Westerbeke vond het bezoek een "prachtig signaal en dat gelijk nu al. Het is voor ons een ongelooflijk hart onder de riem". Hij sprak over boosheid over het geweld tegen zijn mensen aan de ene kant en trots aan de andere kant over de wijze waarop ze de orde hebben hersteld.