Zorgminister Ernst Kuipers vindt het "vervelend" dat het in 2022 langer duurde dan eerdere jaren voordat er een akkoord was over de prijs van dure medicijnen. De geneesmiddelen kunnen daardoor later worden gebruikt. De bewindsman denkt echter dat lange onderhandelingen tussen zijn ministerie en farmabedrijven soms nodig zijn om medicijnen betaalbaar te houden. Hij roept de medicijnfabrikanten op om vroeger in de onderhandelingen een redelijke prijs te vragen.
De Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG) heeft berekend dat het vorig jaar gemiddeld 597 dagen duurde voordat een akkoord was bereikt over de prijs van een duur medicijn. In de jaren van 2015 tot en met 2021 duurde het nog gemiddeld 420 dagen, meldt de vereniging in het Financieele Dagblad. Kuipers nuanceert dat het gemiddelde van vorig jaar vooral zo hoog is vanwege een uitschieter: een middel voor een bepaalde vorm van botkanker waar heel lang over onderhandeld is.
Sinds halverwege het vorige decennium heeft de minister van Volksgezondheid de taak om een goede prijs te onderhandelen met de fabrikant als er een duur medicijn op de markt komt. "Dat is iets wat we doen in het belang van Nederlandse burgers, premiebetalers", zegt Kuipers. Deze medicijnen kosten tienduizenden, honderdduizenden of soms zelfs meer dan een miljoen euro per patiënt.
De zorgminister vindt dat er een "belangrijke opdracht" ligt bij medicijnfabrikanten om met een acceptabele prijs te komen. "Dan zijn wij er ook heel snel uit", zegt Kuipers. "Voor iedere individuele patiënt wil je dat een middel zo snel mogelijk op de markt komt."
De hoge prijzen en lange onderhandelingen zijn volgens de bewindsman de keerzijde van de "prachtige ontwikkeling" in de afgelopen twintig jaar dat er "gestaag veel nieuwe medicamenten" op de markt zijn gekomen. "Voor mensen waar in het verleden of helemaal geen behandeling voor was of alleen maar ingrijpende behandelingen zoals complexe operaties", aldus Kuipers.