Kwestie dividendbelasting kost kabinet krediet

De kwestie rond de dividendbelasting lijkt een voortijdig eind te maken aan de wittebroodsweken van het kabinet-Rutte III. Niet alleen kiezers van de oppositie zijn minder positief over de regering geworden, ook de eigen achterban is er niet meer zo over te spreken, blijkt uit de wekelijkse peiling van Maurice de Hond.

Twee derde van de ondervraagden vindt dat het onderwerp de positie van de regering verzwakt. Nog maar 32 procent denkt dat het kabinet de rit zal uitzitten. Twee weken geleden was dat 38 procent.

Een meerderheid van 57 procent van alle kiezers vindt dat het kabinet het plan om de dividendbelasting af te schaffen, moet intrekken. Onder VVD-kiezers is dat maar 28 procent, maar bij alle andere partijen - ook die van de coalitiepartners - ligt die score een stuk hoger.

Hoogste score

Bedrijven betalen dividendbelasting wanneer ze een deel van hun winst uitkeren aan de aandeelhouders. Het kabinet wil die taks afschaffen om het voor buitenlandse bedrijven aantrekkelijker te maken zich hier te vestigen. Ook zou het Nederlandse bedrijven veel administratieve rompslomp schelen.

Twee derde van de ondervraagden is het eens met de stelling dat het plan laat zien dat grote ondernemingen het in Nederland voor het zeggen hebben. Van de VVD-achterban is maar 38 procent het daarmee eens. En maar een klein deel van alle ondervraagden begrijpt dat coalitiegenoten CDA, D66 en ChristenUnie met het plan akkoord zijn gegaan bij de vorming van dit kabinet. Alleen onder VVD-kiezers is dat 61 procent, bij de partnerpartijen is het nog geen 40 procent en bij de oppositiepartijen is 27 procent de hoogste score.

Als er nu verkiezingen zouden zijn, dan zou de coalitie geen meerderheid meer hebben. De combinatie VVD, CDA, D66 en ChristenUnie zou nog maar 65 zetels halen, tegen de huidige krappe meerderheid van 76.