WELLINGBOROUGH (ANP) - De Conservatieve partij van de Britse premier Rishi Sunak heeft in twee tussentijdse verkiezingen een pijnlijke nederlaag geleden. In kiesdistrict Wellingborough, circa 90 kilometer ten noorden van Londen en in kiesdistrict Kingswood bij de stad Bristol, verloren de Conservatieven hun voorheen ruime meerderheid aan kandidaten van oppositiepartij Labour.
Volgens Britse media is er nog geen Conservatieve regering geweest sinds de Tweede Wereldoorlog die zo veel tussentijdse verkiezingen heeft verloren. Sinds de vorige nationale verkiezingen in 2019 hebben de Conservatieven in tussentijdse verkiezingen tien zetels in het lagerhuis verloren. Het is weer slecht nieuws voor de regeringspartij in het land waar uiterlijk in januari volgend jaar parlementsverkiezingen moeten worden gehouden.
Labour-leider Keir Starmer vindt het "fantastisch" dat twee "Conservatieve bolwerken" naar Labour gaan. Hij zei dat dit toont dat het land "vertrouwen heeft in de veranderde Labour partij". De Conservatieven stellen dat hun verlies wel meeviel en dat Labour veel stemmen kreeg van Liberale Democraten. Voor Starmer was de winst ook goed nieuws, omdat zijn partij net in crises was beland over het dumpen van een Groen beleidsplan en over antisemitisme.
De verkiezingen werden gehouden door het aftreden van de parlementariërs uit de kiesdistricten. Eén vertrok omdat hij in opspraak was geraakt om vermeend grensoverschrijdend gedrag en de ander omdat hij het niet eens was met het klimaatbeleid van de regering Sunak.