Of het nu gaat om planten water geven bij de buurman of het verzorgen van een oudere, lageropgeleiden staan een stuk vaker voor de medemens klaar dan hogeropgeleiden. Dat concludeert I&O Research na een peiling onder ruim 2200 mensen. Negen op de tien Nederlanders doet weleens iets voor een ander, maar dat gaat vaak om kleine eenmalige klusjes, zoals de kat eten geven of de planten bewateren tijdens vakanties. Gaat het om zwaarder of frequenter werk, zoals het helpen bij douchen en aankleden dan daalt het percentage behulpzame Nederlanders van 90 naar 10 procent. Opvallendste bevinding: van de lageropgeleiden helpt 40 procent dagelijks of wekelijks iemand, bij de hogeropgeleiden is dat maar 28 procent. De verklaring is mogelijk dat hogeropgeleiden vaker verder weg wonen van hun ouders, waardoor het lastiger is om hen te helpen.