Staatssecretaris Klaas Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) is blij dat er eindelijk schot zit in de legalisering van het gokken op internet. Een wetsvoorstel ligt al sinds 2014 bij de Kamer, maar die was het niet eens over de hoogte van de belasting die winnaars over hun prijzen moeten betalen.
Het kabinet wilde een tarief van 20 procent, 9 procent lager dan casino´s en loterijen in Nederland. Maar dat vond de Kamer niet goed. Regeringspartijen VVD en PvdA hebben nu afgesproken dat het belastingtarief ook voor online gokken 29 procent wordt.
Als de gokmarkt na drie jaar groter blijkt dan verwacht, dan kan het belastingtarief voor alle kansspelen omlaag naar 25 procent. De PvdA zal dit voorstel van de VVD steunen.
Gokmarkt moderniseren
Het kabinet wilde een lagere belasting heffen voor online kansspelen om niet uit de pas te lopen met het buitenland. Veel Nederlanders spelen nu illegaal via buitenlandse gokbedrijven. Uit recent onderzoek blijkt dat hier een paar honderd miljoen euro per jaar mee is gemoeid.
Doel van de legalisering is om de gokmarkt te moderniseren en de Nederlandse spelers te beschermen. Als het belastingtarief dan te hoog zou zijn, zullen mensen toch blijven kiezen voor een illegale aanbieder, is de gedachte van Dijkhoff.
Maar volgens PvdA-Kamerlid Mei Li Vos gaat het mensen niet alleen om de belastingafdracht, maar ook om zekerheid en bescherming bij het inleggen van geld. Buitenlandse gokbedrijven kunnen straks ook op de Nederlandse markt opereren, maar moeten eveneens voldoen aan de regels. Handhaving is belangrijk, zegt Vos.