De gelijke kansen in het onderwijs lijken steeds meer een wassen neus. Bij dezelfde scores op de eindtoets (voorheen cito) krijgen kinderen van rijke of hoogopgeleide ouders gemiddeld genomen een hoger schooladvies dan kinderen van arme of laagopgeleide ouders. Dat blijkt uit cijfers van de Dienst Uitvoering Onderwijs, die RTL Nieuws analyseerde.
Ongeveer een derde van de leerlingen krijgt een hoger schooladvies dan de score op de eindtoets uitwijst. Leraren geven ruim een op drie juist een lager advies dan ze op basis van de eindtoets zouden moeten krijgen. Op 1.300 scholen kreeg meer dan de helft van de leerlingen een onderadvies, aldus RTL Nieuws, maar de regionale verschillen zijn groot.
Zo is er vooral in de Randstad sprake van overadvisering. In Amsterdam krijgt maar liefst een op de vijf leerlingen een hoger advies dan hun score op de eindtoets aangeeft. Vooral kinderen uit arme en laagopgeleide gezinnen worden vaak onderschat.
Het CPB, dat eerder al onderzoek deed naar het fenomeen, vindt dat de eindtoets belangrijker moet worden. "We kunnen niet in de hoofden van leraren kijken, we kunnen geen onderzoek doen of het echt aan die vooroordelen ligt, maar dat lijkt wel de meest voor de hand liggende verklaring. De toets heeft geen last van onbewuste vooroordelen en neemt niet mee wat voor achtergrond kinderen hebben."
Onderzoeker Janneke Bolhaar weet een oplossing. "Er zit extra informatie in die eindtoets. Het is zonde om die niet volledig te benutten. En die kun je het best benutten als je de eindtoets doet voordat het schooladvies wordt gegeven, zodat de docent de uitkomst van die toets ook mee kan wegen in zijn schooladvies."