Tussen 1948 en 1996 zijn zo'n 16.500 Japanners gedwongen gesteriliseerd, blijkt uit een nieuw rapport dat veel ophef veroorzaakt in het land. Ook kinderen van amper 9 jaar waren slachtoffer van de zogenoemde eugeneticawet die pas diep in de jaren 90 werd afgeschaft.
Eugenetica of rasverbetering is het streven naar een betere genetische samenstelling van volkeren. Vooral de nazi's experimenteerden ermee. Het hield onder meer in dat 'moest worden voorkomen dat afstammelingen van slechte kwaliteit geboren werden', zo staat in de Japanse wet. De meeste slachtoffers van de gedwongen sterilisaties waren vrouwen.
Behalve de ruim 16.000 die gedwongen werden, waren er ook nog 8000 die wel toestemming gaven, meestal onder zware druk. Daarnaast ondergingen ook nog eens 60.000 vrouwen een abortus vanwege erfelijke ziektes. Volgens het rapport waren er ook twee kinderen van 9 - een jongen en een meisje - die gedwongen werden gesteriliseerd.
De slachtoffers strijden al heel lang voor een schadevergoeding en erkenning van het fysieke en psychische leed. In Duitsland en Zweden vonden soortgelijke praktijken plaats, maar daar zijn excuses aangeboden en hebben slachtoffers compensatie gekregen. Bovendien zijn de wetten daar al decennia eerder afgeschaft dan in Japan.
De eugeneticawet in Japan stond het toe om verplicht sterilisatie uit te voeren bij mensen die een verstandelijke beperking hadden, een psychische aandoening of een erfelijke ziekte. Doel was te voorkomen dat er 'inferieure' kinderen zouden worden geboren. De sterilisatie was verplicht om bijvoorbeeld gebruik te kunnen maken van bepaalde publieke voorzieningen of om te mogen trouwen.