Het aantal mensen dat vorig jaar in Nederland om het leven werd gebracht, was groter dan in 2021. In 2022 ging het om 142 mensen, zestien meer dan in het jaar ervoor. Het aantal vrouwelijke slachtoffers van moord of doodslag steeg van 38 naar 48. Dit is in jaren niet zo hoog geweest: in 2013 werden 58 vrouwen omgebracht, daarna schommelde het tussen de 31 en 46. Dit blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Bij zes op de tien vrouwen die in de afgelopen vijf jaar werden vermoord, was de vermoedelijke dader een partner of een ex. Bij vrouwen tussen de twintig en zestig jaar oud was dat zelfs bij driekwart van de moorden het geval. Organisaties pleiten al langer voor een gezamenlijke, betere aanpak van femicide. Vrouwen worden bijvoorbeeld om het leven gebracht omdat ze de relatie wil stopzetten. Soms gebeurt dit na in de relatie mishandeld te zijn, of na een periode van stalking. Veilig Thuis noemt het fenomeen daarom "het meest voorspelbare motief voor moord, waarbij er talloze rode vlaggen zijn om te herkennen". Vrouwen worden vaak in hun eigen woning gedood met een steekwapen of door wurging, aldus het CBS. Het aantal mannelijke slachtoffers steeg vorig jaar van 88 naar 94. Mannen worden aanzienlijk minder vaak door hun (ex-)partner gedood, vorig jaar gaat het bijvoorbeeld om twee van de in totaal in 94 slachtoffers. Als wordt gekeken naar de afgelopen vijf jaar, is ruim een op de zeven gevallen een afrekening in het criminele circuit. Mannen worden in driekwart van de gevallen omgebracht met een vuurwapen of een steekwapen. In 2003 lag het aantal doden nog een stuk hoger, namelijk 247. Het aantal daalde tot 2016 geleidelijk, vooral bij mannen. In 2017 was een piek met 158 slachtoffers van moord of doodslag. Van 2018 tot en met 2021 ging het gemiddeld om 123 slachtoffers per jaar. In Rotterdam vielen vorig jaar de meeste slachtoffers, namelijk zestien in totaal. Amsterdam volgde met tien slachtoffers, berekende het CBS.