Steeds meer Nederlanders die hoesten of andere klachten hebben die op het coronavirus kunnen duiden, laten zich testen. De bereidheid om thuis te blijven met klachten is echter klein, zo blijkt uit gedragsonderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en GGD-GHOR.
Uit de peiling onder 60.000 mensen, die periodiek wordt herhaald, blijkt dat 32 procent van de ondervraagden die kampen met klachten zich heeft laten testen op corona. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van de vorige peiling, die in juli werd gehouden. Ruim een kwart van de ondervraagden had in de zes weken klachten die ook bij een coronabesmetting horen. Van die groep dacht 54 procent niet aan corona, maar aan een onderliggende aandoening, zoals astma of allergieën.
Toch liet 21 procent van de mensen die klachten weten aan een achterliggende oorzaak zich voor de zekerheid testen op het virus. De testbereidheid is hoger onder mensen die nieuwe klachten ontwikkelen: 45 procent.
Pijlers Veelvuldig testen is een van de pijlers van het coronabeleid. Met een andere pijler, het principe dat mensen die mogelijk besmet zijn moeten thuisblijven, gaat het minder goed. Ondervraagden die klachten hadden, gingen massaal (90 procent) door met boodschappen doen, 43 procent geeft aan naar het werk te zijn gegaan, 64 procent bezocht ondanks klachten familie of vrienden en 41 procent van de mensen met klachten ging naar de horeca.
Opmerkelijk is dat de ondervraagden massaal het landelijke voorschrift steunen om ook bij milde klachten thuis te blijven: 84 procent vindt dit een goede regel. Uit de peiling komt verder naar voren dat het draagvlak voor de regel om 1,5 meter afstand te houden met 14 procent is gestegen, na een eerdere afname.