De Franse Orde van Geneesheren heeft een nota voor artsen opgesteld, waarin staat wat ze moeten doen als ze in aanraking komen met een patiënt die aan het radicaliseren is of al is geradicaliseerd. In de nota wordt erop gewezen dat de arts het beroepsgeheim moet respecteren dat 'door de wet en de code van de medische ethiek' wordt opgelegd. Maar als het gedrag van een patiënt een bedreiging voor de veiligheid vormt, kan de arts in gewetensnood raken door zijn beroepsgeheim te handhaven. Volgens de nota mogen artsen hun beroepsgeheim schenden, als er voldoende aanwijzingen zijn dat er sprake is van radicalisering. Dit moet 'geval voor geval' bekeken worden. De Franse artsen kunnen zich ook wenden tot een raad om advies te vragen. Een soortgelijke constructie bestaat al - ook in Nederland - bij het signaleren van kindermishandeling. Iedere arts en hulpverlener heeft de plicht om kindermishandeling te melden. De Franse Orde van Geneesheren acht het verstandig om een duidelijke definitie van radicalisering te hanteren. Radicalisering moet niet verward worden met religieus fundamentalisme: fundamentalisten houden op strikte wijze vast aan de grondbeginselen van hun godsdienst, maar nemen niet hun toevlucht tot geweld. Radicalisering daarentegen wordt bepaald door 3 cumulatieve kenmerken: een geleidelijk proces, naleving van een extremistische ideologie en de goedkeuring van geweld.
Bron(nen): Le Parisien