Nederland passeert maandag de grens van 17 miljoen inwoners. Dat zijn er een miljoen meer vergeleken met vijftien jaar geleden, maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bekend.
Wie de 17 miljoenste Nederlander is, is niet bekend. Dat komt doordat het statistiekbureau de namen niet krijgt. Het inwonertal gaat uit van de mensen die in Nederland staan ingeschreven. Het gaat om Nederlandse staatsburgers, maar ook om buitenlandse werknemers, om vluchtelingen met een verblijfsvergunning en om asielzoekers die hier minstens zes maanden
wonen, maar nog in de procedure zitten. Nieuwe asielzoekers en illegalen zijn niet meegerekend.
De miljoen inwoners die er in de afgelopen vijftien jaar bijkwamen zijn volgens het
CBS vooral terechtgekomen in de Randstad. Amsterdam kreeg er met bijna 100.000 in die periode de meeste inwoners bij, gevolgd door Utrecht, Den Haag en Almere. In Rotterdam was de bevolkingsgroei (20.000 extra inwoners) betrekkelijk klein.
Volgens het CBS nam in 109 van de huidige 390 gemeenten het aantal inwoners af in de periode 2001-2016. De krimp was het grootst in de drie Zuid-Limburgse gemeenten Heerlen, Kerkrade en Sittard-Geleen. Maar ook in Zeeuws-Vlaanderen, de Achterhoek en delen van de drie noordelijke provincies daalde het aantal inwoners sterk.
Met het bereiken van de 17 miljoenste inwoner wonen er in ons land gemiddeld 504 mensen per vierkante kilometer landoppervlakte. In 2001 waren dat er nog 475. Den Haag heeft de hoogste bevolkingsdichtheid. Daar wonen 6344 mensen per vierkante kilometer. In grote delen van de noordelijke provincies en in enkele Zeeuwse gemeenten hebben inwoners de meeste ruimte. In 22 gemeenten wonen minder dan 100 inwoners per vierkante kilometer.