Nederland is een van de maar vier EU-lidstaten die over tien jaar, in 2030, hun nationale doelstellingen zullen halen voor betere luchtkwaliteit. Slechts tien van de 27 landen halen hun doelen voor 2020 om de uitstoot van schadelijke stoffen in de lucht terug te dringen. Volgens de Europese Commissie doen de meeste lidstaten onvoldoende om te zorgen dat hun inwoners schone lucht inademen en om luchtwegaandoeningen en voortijdige sterfte door luchtvervuiling te voorkomen.
In een eerste rapport over de uitvoering van EU-beleid voor schonere lucht stelt het dagelijks EU-bestuur dat alleen Nederland, Cyprus, Kroatië en Finland over tien jaar de lucht voldoende zullen hebben gezuiverd van vervuilende stoffen als zwaveldioxide, fijnstof en stikstofoxiden. De uitstoot van ammoniak in de landbouw, door de verspreiding van mest en het gebruik van kunstmest, is volgens Brussel de grootste boosdoener. Ze heeft vorige maand voorgesteld het gebruik van kunstmest met 20 procent terug te dringen in 2030. Dat zal de EU-landen de goede kant op sturen maar, aldus de commissie, de lidstaten moeten zich meer inspannen voor schonere lucht.
Volgens Brussel zijn er jaarlijks 400.000 vroegtijdige sterfgevallen in de EU door vuile lucht.