Op de klimaattop in Glasgow wordt donderdag naar verwachting een verklaring naar buiten gebracht waarin diverse landen beloven dat ze uiterlijk eind volgend jaar stoppen met overheidssteun aan fossiele brandstofprojecten. Een Nederlandse handtekening komt daar vooralsnog niet onder te staan, ook al riep demissionair premier Mark Rutte maandag in Glasgow nog op tot meer "actie en uitvoering" om de opwarming van de aarde tegen te gaan.
Het demissionaire kabinet laat besluiten over de steun aan fossiele industrie over aan het volgende kabinet, laat een woordvoerder van het ministerie van Financiën weten. Hij verwijst naar een stuk waarin het kabinet eerder dit jaar aangaf dat het "aan het volgende kabinet is om het ambitieniveau te bepalen".
Rutte ging in Glasgow niet inhoudelijk in op vragen over de exportkredietverzekeringen en de verklaring. "Ik kan niet op alle onderdelen zeggen wat Nederland precies zal doen", zei hij tijdens zijn bezoek. "In algemene zin geldt natuurlijk dat we heel positief kijken naar elke mogelijkheid om gezamenlijk tot iets te komen", voegde Rutte eraan toe.
De verklaring is een initiatief van de Britse regering. Ook de Europese Investeringsbank, waar Nederland een paviljoen mee deelt op de top, is erbij betrokken. In een conceptversie die het ANP heeft ingezien wordt verwezen naar het doel om de opwarming binnen de 1,5 graad te houden. Daarom moet volgens de opstellers de steun voor projecten met steenkool, olie en gas snel worden afgebouwd. Zo'n 20 landen staan er welwillend tegenover.
Nederland helpt met zogeheten exportkredietverzekeringen bedrijven die willen meedoen aan grote projecten in het buitenland. Daar gaan miljarden euro's per jaar in om. Als een groot project niet via commerciële bedrijven te verzekeren is, springt de overheid bij. De verzekeringen en garanties worden verleend door Atradius DSB, dat door Financiën wordt aangestuurd.
Gemiste kans
Fossiele brandstofprojecten vormen een aanzienlijk deel van alle exportsteun die Nederland verleent. Zo helpt Atradius DSB het maritieme bedrijf Van Oord bij een grootschalig aardgasproject voor de kust van Mozambique. De overheid stelde zich voor ruim 900 miljoen euro garant. In een document van Atradius wordt wel genoemd dat het project "significante" negatieve effecten op het milieu kan hebben, maar dat was geen reden om niet mee te werken.
Financiën wijst erop dat Nederland zich intussen wel inzet voor "het agenderen van en het maken van internationale afspraken over de vergroening van de exportkredietverzekeringen". Eind deze maand houdt ons land daar zelfs een conferentie over.
Niels Hazekamp van de organisatie Both Ends, die al jaren onderzoek doet naar fossiele exportsteun, noemt het niet tekenen van de verklaring "een gemiste kans". Volgens hem gaat het gasproject in Mozambique meer CO2-uitstoot veroorzaken dan Tata Steel, de grootste uitstoter van Nederland. Hij wijst erop dat de Verenigde Staten de verklaring vermoedelijk wel gaan tekenen. "Nederland zegt bij de kopgroep te willen horen, maar voegt de daad niet bij het woord."