NS-topman Koolmees: agressie tegen NS-personeel neemt te erg toe

Samenleving
vrijdag, 30 juni 2023 om 8:22
schermafbeelding 2023 06 30 om 082152

Er moet dringend actie worden ondernomen om agressie tegen NS-personeel tegen te gaan. Dat schrijft NS-topman Wouter Koolmees in een noodkreet aan de ministeries van Justitie en Veiligheid en Infrastructuur en Waterstaat.

Afgelopen februari maakte de NS bekend dat het personeel in 2022 vaker te maken kreeg met agressie. Het vervoerbedrijf meldde 965 incidenten op stations, in winkels en in treinen, tegenover 744 in 2021. "Het water staat ons personeel aan de lippen", schrijft Koolmees in de brief, die ook mede namens vakbonden FNV Spoor, VVMC, CNV en de centrale ondernemingsraad is verstuurd.

De NS trok in februari 2022 en februari 2023 al bij de ministeries aan de bel. De vervoerder wilde dat prioriteit zou worden gegeven aan maatregelen die de "sociale veiligheid en maatschappelijke problemen die hieraan ten grondslag liggen" zouden verbeteren. Koolmees geeft in de brief aan dat er veel overleg en verkennend onderzoek is geweest en dat de "aanleiding en noodzaak" voor voorgestelde maatregelen door onder anderen minister Dilan Yeşilgöz (Justitie en Veiligheid) worden "erkend en herkend". Maar vooralsnog is er weinig tot geen resultaat geboekt, schrijft de NS-topman.

Koolmees stelt dat de NS zelf "een veelheid aan maatregelen" treft om de sociale veiligheid te verbeteren. "Echter, we lopen hierbij tegen de grenzen aan van wat we kunnen en vooral mogen", aldus de NS-topman. "Om de zorgelijke trend van agressie-incidenten te keren, is er daadkracht nodig van alle betrokken partijen met een breed pakket aan maatregelen. Wij zien nu medewerkers uitvallen of hun baan opzeggen. Het personeel op de trein, perrons en stations geven aan dat hun werk gevaarlijker is geworden. Met regelmaat worden wapens bij reizigers aangetroffen."

De NS-topman spreekt van een zeer zorgwekkende trend. "Wij vragen uw ministeries met klem snelheid te maken in de maatregelen waarover we met u in gesprek zijn", schrijft hij