Onderdrukking in Venezuela is ongekend aldus VN

DEN HAAG (ANP/DPA) - De autoritaire regering van Venezuela heeft sinds de omstreden presidentsverkiezing ongekende onderdrukking van opposanten en critici doorgevoerd. In een dinsdag gepubliceerd rapport stellen de Verenigde Naties dat het Zuid-Amerikaanse land in een van de ergste mensenrechtencrises van de recente geschiedenis is gestort.

"We zien een verharding van het repressieve staatsapparaat tegen wat als kritische standpunten, oppositie of afwijkende meningen wordt beschouwd", zegt Marta Valiñas, voorzitter van een VN-onderzoekscommissie. De recente onderdrukking vormt door haar intensiteit en systematische aard een ernstige aanval op de fundamentele rechten van het Venezolaanse volk, zegt ze.

Het rapport van de onderzoekscommissie, dat de mensenrechtensituatie tussen september 2023 en augustus 2024 onderzocht, stelt dat er na de verkiezingen "een nieuw dieptepunt in de afbrokkeling van de rechtsstaat" werd bereikt. Na de presidentsverkiezingen op 28 juli riep de regimegetrouwe kiesraad de zittende president Nicolás Maduro uit als winnaar. De Verenigde Staten, de Europese Unie, Latijns-Amerikaanse landen en onafhankelijke experts erkennen dat resultaat echter niet of zeggen zelfs dat er kiesfraude is gepleegd.

Arrestatiebevel

De oppositie eiste de overwinning op voor haar kandidaat Edmundo González. Deze kreeg in Caracas onderdak van Nederland en vluchtte naar Spanje nadat een arrestatiebevel tegen hem was uitgevaardigd.

Protesten die uitbraken na de verkiezingen werden door de autoriteiten met geweld de kop ingedrukt. Sindsdien zijn volgens lokale ngo Foro Penal zeker 1800 mensen gearresteerd. De VN-commissie zegt dat er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat er sprake is van vervolging om politieke redenen. Zo werden mensenrechtenverdedigers, journalisten en oppositieleden opgepakt en van "terrorisme" beschuldigd.

De onderdrukking door regering is volgens de VN "gericht op mensen die het aandurfden om president Maduro te bekritiseren, vraagtekens te zetten bij het overheidsbeleid of te protesteren tegen de verkiezingsuitslag. Ze richtte zich vooral op leden van de politieke oppositie of mensen die door de regering als oppositie werden gezien, hoewel iedereen slachtoffer kon worden", aldus Patricia Tappatá, expert van de onderzoeksmissie.