Het onderzoek naar de mondkapjesdeal van het ministerie van Volksgezondheid met het bedrijf van Sywert van Lienden is dit jaar nog niet klaar. Het onderzoeksbureau gaat nog miljoenen documenten filteren om te kijken of ze relevant zijn voor het onderzoek naar persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM), schrijft demissionair staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid) in een brief aan de Tweede Kamer.
In september had hij al laten weten dat het onderzoek langer zou gaan duren en dat wellicht in oktober een planning zou volgen. Maar ook dat is nog niet aan de orde volgens Blokhuis. Hij streeft ernaar dat de eerste resultaten van een deel van het onderzoek in het eerste kwartaal van 2022 komen. Als die er dan nog niet zijn, stuurt hij in maart weer een brief over de stand van zaken. Aanvankelijk had zijn voorganger Tamara van Ark gemeld dat de eerste fase van het onderzoek al in september klaar zou zijn.
Volgens Blokhuis gaat het om "een complex datalandschap" met informatie op verschillende locaties en bij meerdere bronnen. Ook moet alle informatie volgens de privacywet en forensische vereisten worden veiliggesteld en doorzocht. Het gaat onder meer om 135 mailboxen bij VWS, netwerkschijven, datasystemen en chatberichten. Ook komen de data van andere partijen en van andere departementen die bij de inkoop van persoonlijke beschermingsmiddelen waren betrokken. Verder worden er tientallen mensen geïnterviewd over de gang van zaken.
Van Lienden en zijn twee zakenpartners verkochten mondkapjes vanuit een stichting zonder winstoogmerk, maar ook vanuit een andere onderneming. Via dit bedrijf Relief Goods Alliance verdienden ze bruto 28 miljoen euro met de verkoop, terwijl Van Lienden had gezegd zich belangeloos in te zetten. Aan het begin van de coronacrisis was er een wereldwijd tekort aan PBM, waardoor VWS een speciaal inkoopcentrum opzette (LCH). Dat werkte met veel mensen en organisaties samen.
Een meldpunt over de gang van zaken met de inkoop van PBM wordt langer opengesteld, tot 1 december.