Als je 's middags tussen vier en zes in de auto stapt, mag je wel extra opletten. In de winter gebeurt een vijfde van alle ongelukken in deze twee uur. Maar er is één tijdsbestek van tien minuten waarin je extra voorzichtig moet zijn. Opmerkelijk genoeg gebeurt 's winters vijftien procent van alle ongelukken tussen vijf uur en tien over vijf in de namiddag. Dat blijkt uit een analyse van het Britse onderzoeksbureau AX, dat 57.000 ongevallen tussen november en maart bestudeerde. De wetenschappers becijferden dat wie tien minuten eerder of later vertrekt vijftig procent minder kans heeft op een ongeluk. Oorzaken voor de piek zijn vermoedelijk de laagstaande zon, slechte weersomstandigheden en stuurproblemen. Daarbij zijn automobilisten vermoeider na een lange dag werken. In de ochtendspits gebeuren namelijk veel minder ongelukken. Tussen zes en acht uur 's ochtends vindt slechts zes procent van alle ongelukken plaats tegenover dertien procent tussen acht en tien uur. In de winter gebeuren er in het algemeen acht procent meer ongelukken dan in de zomer. In een derde van de gevallen gaat het om een incident waarbij een auto op een voorganger botst. Nog eens een derde knalt op een geparkeerde auto.