Niet alleen wijsheid komt met de jaren, ook levensgeluk. Volgens neurowetenschapper Daniel Levitin (62) zijn mensen op hun 82ste het gelukkigst. "Veel heeft met dankbaarheid te maken."
U-curveWe weten al langer dat geluk een U-curve kent: Je voelt je het gelukkigst als je begin twintig bent. Daarna neemt je geluksgevoel af om pas diep in je vijftiger jaren weer toe te nemen. Volgens een Duitse studie ben je het gelukkigst op je 23ste en op je 69ste. De wetenschappers zoeken de verklaring in niet waargemaakte verwachtingen. Zolang je meer verwacht van het leven dan je krijgt, word je ongelukkiger. Pas als je in de vijftig bent, komen je verwachtingen overeen met je geluksgevoel.
DiscriminatieLevitin vindt het dan ook onterecht dat jongeren zo de boventoon voeren in onze samenleving. "Van alle vormen van discriminatie in onze maatschappij, krijgt leeftijdsdiscriminatie de minste aandacht," zegt hij in Vlaamse krant De Morgen. "We nemen aan dat het zo is; we geloven de mythe. Maar de wetenschap vertelt ons iets anders. Naarmate we ouder worden, wordt het brein statistisch gesproken beter in bepaalde dingen: empathie, verdraagzaamheid, dankbaarheid. Oudere mensen zijn ook beter in het oplossen van problemen, zeker wanneer het persoonlijke conflicten betreft."
82Levitin analyseerde honderden studies van onder meer Harvard en concludeert dat we op ons 82ste het gelukkigst zijn. "Veel heeft met dankbaarheid te maken. Tieners zijn ongelukkig omdat ze niet de rechten en de privileges hebben van volwassenen. Twintigers en dertigers hebben de neiging om zich down te voelen omdat ze hun doel nog niet gevonden hebben in het leven. Vijftigers en zestigers hebben een midlifecrisis: hun leven is niet geworden zoals ze gehoopt hadden."
"Maar tegen dat we 82 zijn, nemen we de wereld op een andere manier waar: plots heb je aandacht voor die mooie boom in de tuin. Je bent blij als het goed weer is, je apprecieert de kleine dingen. Je kijkt terug op een leven dat misschien niet is gelopen zoals je het had gepland, maar je bent toch maar zover gekomen."
Bron(nen): De Morgen