Het openbaar vervoersaanbod verschraalt meer en meer. Vooral reizigers in het noorden van het land en in Zeeland hebben last van de meest recente golf opgeheven buslijnen en verdwenen haltes. “Het lijkt wel alsof wij het afvoerputje van Nederland zijn”, zegt Miranda Boer uit Zuidvelde
tegen de Telegraaf.“Overal wordt alles goed geregeld, maar in het noorden moeten we het vaak zelf maar uitzoeken. Zoals hoe je van A naar B komt. Tot voor kort reed hier gewoon ieder uur een bus en konden we komen waar we wilden. Maar die is nu geschrapt en dat betekent dat veel bewoners hier nu in een isolement zitten. Die kunnen geen kant meer op.”
De Drentse vrouw spreekt over een kloof tussen het platteland en de Randstad. “Dit is er zo’n voorbeeld van. Ik snap ook echt wel dat de bussen op de lijn Assen naar Drachten niet ieder uur stampvol zitten en soms niet rendabel zijn. Maar het is wel de levensader van veel mensen hier met de rest van de ’bewoonde wereld’. Snijd je die door, dan komen ze dus nergens meer.”
In Scandinavië wel een bus“Ik ben in Scandinavië geweest, waar het dunner bevolkt is dan hier in Een, maar er rijdt gewoon een bus hoor”, zegt inwoonster Christel Pijpker. “Het is maar wat je er als overheid voor over hebt om je burgers mobiel te houden. Men wil graag dat meer mensen gebruikmaken van het openbaar vervoer, maar met het opheffen van buslijnen jaag je juist iedereen op het platteland de auto in. En dat is niet voor iedereen weggelegd. Het is schrijnend dat hierdoor ook voorzieningen als een ziekenhuis, school, dokter en winkels voor veel bewoners onbereikbaar zijn geworden.”
Onderzoeker Jeroen Bastiaanssen onderschrijft dit: “We zien dat buiten de Randstad al tientallen jaren een verschraling van het openbaar vervoer gaande is. Dan gaat het bijvoorbeeld om opgeheven buslijnen en haltes, maar ook om afschaling van de dienstregeling en hogere reiskosten.”
Er zijn sinds 2018 vele tientallen buslijnen en zo'n 1500 bushaltes geschrapt in Nederland. “Bij ruim 500 van die opgeheven opstappunten zijn er geen alternatieve haltes binnen 400 meter aanwezig. Juist daar kan het tot vervoerproblemen leiden, want de bereikbaarheid van voorzieningen is hierdoor in de afgelopen jaren weer verder afgenomen.”
“We hebben recht op onderwijs en recht op zorg, maar niet op de mogelijkheid om binnen een bepaalde tijd op school of in het ziekenhuis te komen. Als het uitgangspunt van ons (openbaar) vervoerssysteem is dat het iedereen in staat moet stellen om volwaardig aan de samenleving deel te nemen, dus om werk, voorzieningen en sociale contacten te kunnen bereiken, dan zijn deze verschillen in bereikbaarheid tussen Randstad en platteland moeilijk te rechtvaardigen”, besluit Bastiaanssen.