Oplossing vluchtelingenprobleem: laat Syriërs werken in ontwikkelingslanden

Samenleving
dinsdag, 28 november 2017 om 11:39
welingelichtekringen header 1
Vluchtelingen hebben één groot probleem als ze ergens worden opgevangen: ze mogen niet werken en kunnen dus geen leven opbouwen. De Britse migratie-expert Alexander Betts heeft daar een oplossing voor. Hij pleit voor een economische aanpak. Betts vindt het onterecht dat vluchtelingen enkel worden gezien als een humanitair probleem. "Vluchtelingen zijn ook consumenten, producenten, kopers, verkopers, schuldeisers en schuldenaren," zegt hij tegen Vlaamse zakenkrant De Tijd. Hij stelt voor om gevluchte Syriërs naar speciale economische zones te sturen waar ze autonomie en werk hebben tot de burgeroorlog in hun land voorbij is. Inmiddels wordt zijn project gesteund door verschillende internationale donoren. Ook de EU helpt met handelsconcessies.
"Vandaag zijn er twintig speciale economische zones in Jordanië," zegt Betts. "Over een periode van vijf jaar zullen er 200.000 arbeidsvergunningen worden toegekend aan Syriërs. Vandaag zitten we al aan 60.000. Die mensen hebben onder meer recht op een minimumloon, moederschapsverlof en bescherming tegen uitbuiting."
Het project is niet perfect, geeft hij toe. "Om genoeg banen te creëren moet de Jordaanse economie met zo'n 8 procent per jaar groeien in plaats van de huidige 2,5 procent. Maar het is moeilijk multinationals ervan te overtuigen in Jordanië te investeren. Sommige, zoals de winkelketen Wal-mart en de meubelgigant IKEA, hebben dat al gedaan, maar deels vanuit een maatschappelijk verantwoord ondernemerschap. De meeste Syriërs met een arbeidsvergunning werken in de landbouw of de bouwsector."
Het zou ook goedkoper zijn voor Europa. Betts berekende dat de opvang van één vluchteling in Europa 135 keer zoveel kost als opvang in een ontwikkelingsland. "De EU moet dus niet meer, maar slimmer geld uitgeven. Nu vloeit veel geld naar de grenscontroles en schier oneindige humanitaire hulp. We kunnen die middelen beter gebruiken om mensen de mogelijkheid te geven zichzelf te helpen."
Bron(nen): De Tijd