DEN HAAG (ANP) - Minister-president Mark Rutte heeft "gegokt en verloren" met de afschaffing van de dividendbelasting. De oppositie probeerde dinsdag in het zoveelste urenlange debat over de maatregel hem tevergeefs zover te krijgen dat hij dit zou toegeven.
Het kabinet besloot de afschaffing van de dividendbelasting niet te schrappen nadat het Brits-Nederlandse Unilever had laten weten het Britse hoofdkantoor toch niet in Nederland te vestigen. Het voorstel is echter ,,nog steeds goed verdedigbaar", meent de premier.
Vooral dat Rutte heeft gezegd dat er ,,onverantwoorde risico's" zouden worden genomen als de dividendbelasting niet zou worden afgeschaft, steekt de oppositie. De premier gebruikte "grote woorden", aldus Lilian Marijnissen (SP). Hoe geloofwaardig is de premier nog als hij de woorden niet terugneemt?, vroeg Lodewijk Asscher (PvdA).
Behoorlijk risico
Rutte neemt de woorden niet terug. Volgens hem neemt het kabinet een "behoorlijk risico" door de dividendbelasting in stand te houden. Het nieuwe pakket maatregelen moeten zorgen dat die risico's zoveel mogelijk worden beperkt. De 1,9 miljard euro die overblijft nu de dividendbelasting niet verdwijnt gaat onder meer naar verlaging van de winstbelasting.
De oppositie is tevreden dat de maatregel niet doorgaat, maar wil niet dat het geld naar het bedrijfsleven gaat. De linkse partijen vinden dat het naar de zorg, veiligheid en onderwijs moet gaan. De PVV wil de verhoging van de btw niet laten doorgaan en de SGP pleit ervoor om de staatsschuld verder omlaag te brengen.
Aan de plannen wordt niet getornd, maakte Rutte duidelijk. Er ligt een "evenwichtig pakket". Volgens Jesse Klaver (GroenLinks) ligt het kabinet met deze beslissing opnieuw ,,op ramkoers".
Afkeer tegen het bedrijfsleven
CDA-leider Sybrand Buma zei "trots" te zijn op het pakket dat er nu ligt. Hij zei zich te verbazen over "de afkeer tegen het bedrijfsleven'' die hij bespeurt bij sommige collega's. D66-leider Rob Jetten zei dat de 1,9 miljard nu op een "slimmere manier" wordt ingezet.
De PVV zegde het vertrouwen in het kabinet op. De motie van wantrouwen tegen de premier kreeg echter onvoldoende steun.