Politiechef John Chell trekt de teugels
flink aan in het New Yorkse korps. “We gaan het weer als vroeger
doen”, zei hij afgelopen week op een politiebijeenkomst. “Over
een week geen baarden meer en geen open boorden. En we gaan ook weer
scherper kijken naar de weersomstandigheden om gebreide of andere
mutsen te dragen, alleen nog als het erg koud is.”
Het is Chell een doorn in het oog dat
agenten in de stad er sinds 2016 steeds minder uniform uit zijn komen
te zien. De eerste opvallende patrouille-agenten waren leden van de
gemeenschap van de sikhs die met lange baarden en een blauwe tulband
mochten patrouilleren.
Maar langzamerhand lieten steeds meer
agenten hun baard groeien. De uiterlijke variaties lopen volgens de
politiebaas tegenwoordig de spuigaten uit. Het korps draagt
nauwelijks nog stropdassen en agenten verkiezen vaak een muts boven
een politiepet, ook in de zomer. “Wat ik in feite zeg, is dat we er
weer volgens ’de oude school’ gaan uitzien en tradities weer
invoeren die we de afgelopen jaren verloren zijn”, aldus Chell.
Hij heeft in ieder geval één
medestander in de zaal. “Het is volstrekt krankzinnig dat je een
agent hebt met roze haar en nagels langer dan de vingers. We zijn het
politiekorps, niet het hiphop-korps”, zegt een politieagent tegen
de New York Post.