Smerige treinen, staan in de spits, veel te dure ov-chipkaarten en oude wagons die worden ingezet, omdat de nieuwe te laat zijn besteld. Je zou verwachten dat de
NS een prijsstijging wel uit zijn hoofd laat. Maar de brutaliteit van 's lands grootste vervoerbedrijf is ongekend: een treinkaartje is sinds de invoering van de ov-chipkaart in
2008 maar liefst 35 procent duurder geworden. Wie destijds een retourtje Amsterdam CS - Rotterdam CS kocht, was 23,10 euro kwijt. Nu reis je heen en weer voor 30,40 euro. (+ 32 procent). Een jaarabonnement Arnhem - Venlo ging van 3.027 euro naar 4.222,80 euro (+ 40 procent). Gemiddeld gingen overal de ticketprijzen met meer dan een derde omhoog. Dat blijkt uit onderzoek van het en . De prijzen stegen twee keer zo hard als de
inflatie. "Terwijl je er niet meer trein voor krijgt'', zegt Rikus Spithorst van Maatschappij voor beter OV. "Sterker: je krijgt minder voor je euro. In 2008 zat je niet zo als haringen in een ton als nu. Dat zeggen we ook: als je moet staan in de trein is een prijsstijging dan gerechtvaardigd?'' De NS zegt zich volledig aan de regels te houden en verklaart de prijsstijging uit de inflatie plus de 40 miljoen extra die aan ProRail moet worden betaald. Maar hoogleraar Bert van Wee van de TU Delft wijst erop dat die verhoging een schijntje is op de 2,4 miljard euro die de NS verdient aan de Nederlandse treinreiziger. En dan moeten wij uit milieu-overwegingen de auto laten staan?