De discussie over overbevolking in Nederland, die vorige week tijdens de plaatsvond, is nogal vreemd en willekeurig. Want wanneer is Nederland vol? En wat bedoelen we daar precies mee? De VVD en het CDA maakten zich in het debat zorgen over een voorspelling van het Centraal Bureau voor de Statistiek dat er in 2060 naar schatting 20 miljoen Nederlanders zijn. Dat zou vooral komen door immigratie en mogelijk problematische gevolgen hebben voor Nederland. In absolute zin is Nederland nog lang niet vol. Tijdschrift Quest vergeleek ons land een paar jaar geleden met Macau. De Chinese stadstaat is met 20.000 mensen per vierkante kilometer het dichtstbevolkte land ter wereld. Dan is het in Nederland met 410 mensen op een even groot oppervlak welhaast uitgestorven. Quest trok de vergelijking door en stelde voor om de Veluwe te benoemen tot stadspark en het IJsselmeer tot recreatievijver. De rest zou worden volgebouwd. Dan zou er theoretisch ruimte zijn voor 500 miljoen Nederlanders. Dat zijn er dus 25 keer zoveel als de raming voor 2060. Dit is uiteraard geen serieus getal, maar het geeft wel aan dat de discussie over wat 'vol' is volstrekt willekeurig is. In de jaren vijftig vond de regering-Drees het met 10 miljoen Nederlanders al vol. Twintig jaar later was er een commissie die het bij 14 miljoen wel mooi vond geweest. Zo zegt Joop de Beer van het demografisch instituut NIDI in Trouw: "Het is ook een kwestie van gewenning. Nu ligt de grens voor sommigen kennelijk bij 18 miljoen." Of een land vol is, hangt van een heleboel andere dingen af dan het werkelijke aantal mensen. "Stel dat het thuiswerken een grote vlucht neemt. Dan kan de bevolking zich veel meer spreiden en neemt de druk op het wegennet of de huizenmarkt in de Randstad enorm af," aldus De Beer in de krant. Er zou dan ruimte zijn voor veel meer mensen. Bovendien heeft een toenemend bevolkingsaantal ook voordelen concludeerde het Planbureau voor de Leefomgeving eerder al. Het onderzoeksbureau schreef in 2015 dat een hoge bevolkingsgroei weliswaar druk zet op de woningmarkt en het wegennet, maar ook zorgt voor voorspoed. Mensen zijn dan gezonder en worden ouder. Maar het gaat de meeste Nederlanders waarschijnlijk niet per se om hoevéél mensen er zijn, maar om wat ze komen doen. Zoom je in op die bevolkingsaanwas dan zie je dat het vooral gaat om arbeidsmigranten uit Oost- en Zuid-Europa en gezinsherenigingen uit andere landen. Die zorg lijkt dan ongegrond. Ten eerste is het zo dat andere Europeanen alleen naar Nederland komen als er beter werk voor hen is dan in hun eigen land. Zo naar is het immers niet in Spanje of Polen. Ten tweede is het zo dat immigratie helemaal niet slecht is voor de economie, blijkt uit Een interessant voorbeeld is Malta. Het kleine eilandstaatje is van oudsher een smeltkroes van culturen, want overheerst door zo ongeveer elk land dat ook maar enigszins in de buurt ligt. De laatste jaren is het overspoeld door buitenlanders uit Afrika en het Midden-Oosten, maar vooral uit Noord- en Oost-Europa. Er wonen ongeveer 1.320 mensen per vierkante kilometer. Daarmee is het een van de dichtstbevolkte landen ter wereld. Officieel zijn er 413.000 Maltezen, maar dit aantal stijgt hard. Binnen enkele jaren zijn het er waarschijnlijk zo'n 700.000 en rond 2030 is de schatting dat er 835.000 mensen wonen. Ter vergelijking: met eenzelfde groeitempo zouden er in Nederland over twaalf jaar 35 miljoen mensen zijn. Reden voor de Maltese bevolkingsgroei? De overheid doet er alles aan om zoveel mogelijk buitenlanders naar het land te halen, omdat er een groot tekort is aan arbeidskrachten in de snel groeiende economie en omdat er door de vergrijzing van de Maltezen zelf grote druk staat op de verzorgingsstaat van Malta. Het land verandert langzaam in een stadstaat en dat brengt zeker grote nadelen met zich mee met name op het gebied van infrastructuur en woningaanbod. Het is dus niet per se een benijdenswaardige situatie, maar waar het omgaat, is de perceptie. In Malta zien ze migranten als mensen die bijdragen aan economische groei en die de gezondheidszorg betaalbaar houden. Daarom zijn ze welkom. Veel Nederlanders zien Poolse arbeidsmigranten, die voor minder dan het minimumloon aardbeien komen plukken in bloedhete kassen, nog steeds als mensen die onze banen en huizen inpikken. Dat, terwijl ze er eigenlijk voor zorgen dat de tuinbouwsector floreert, krimpdorpen weer groeien en ze zo dus een belangrijke bijdrage leveren aan onze samenleving.