DEN HAAG (ANP) - De consument is onvoldoende beschermd tegen hoge prijzen van warmte, signaleert de Algemene Rekenkamer dinsdag in een rapport. Dat zou beter moeten, vindt de instantie, want als de tarieven te hoog zijn, willen mensen niet worden aangesloten op het warmtenet.
De Autoriteit Consument en Markt (ACM) stelt maximumtarieven vast om de consument te beschermen. Uit het onderzoek komt echter naar voren dat dit in elk geval tot augustus 2023 onvoldoende lukte. Het was niet mogelijk om per warmtebedrijf in te zien hoeveel winst zij maakten. Daardoor kon de ACM niet bepalen of warmtebedrijven een "meer dan redelijk rendement behaalden en dus te hoge tarieven rekenden", aldus de Rekenkamer.
Voor ieder huishouden met een warmtenetaansluiting wordt één maximumtarief vastgesteld. Dit systeem is te algemeen, vindt de Rekenkamer. "Daardoor is er geen zekerheid dat iedere individuele bewoner minder of evenveel betaalt dan wanneer deze aardgas zou gebruiken."
Behaalde rendementen
Inmiddels is de ACM ook een onderzoek gestart naar de behaalde rendementen in 2023 van enkele warmtebedrijven. Deze uitkomsten kunnen in de toekomst de consumentenbescherming verbeteren, hoopt de Rekenkamer. Het is wel belangrijk om op tijd weer te evalueren of de bescherming ook echt verbetert, vindt de instantie die uitgaven van de overheid controleert.
De tarieven zijn belangrijk voor het draagvlak van warmtenetten, benadrukt de Rekenkamer. Als minder mensen op het warmtenet willen door hoge prijzen, dan is het warmtenet financieel niet haalbaar. Ook is een rechtvaardige warmtetransitie belangrijk voor het draagvlak, benadrukt de Rekenkamer. Daarbij moeten "lusten en lasten" eerlijk verdeeld worden.
Zo merkte de Rekenkamer eerder op dat de subsidie voor warmtepompen vooral terechtkomt bij particuliere woningeigenaren met een inkomen per huishouden van 100.000 euro of meer. De subsidie was eigenlijk bedoeld voor een grote groep mensen. Ongelijkheid tussen rijkere en armere mensen in de warmtetransitie is al langer een probleem.