Het nieuws over de Provinciale Statenverkiezingen duwde gisteren de berichtgeving over de terreuraanslag in Tunesië een beetje naar de achtergrond. Volgens Koert DeBeuf, politiek analist in de Arabische wereld, is er reden om ons zorgen te maken, zo zegt hij in . "De link met IS is nergens sterker." Er vielen meer dan 20 doden en tientallen gewonden in het Bardo-museum in Tunis. Onder de doden zijn 17 buitenlandse toeristen. Ook de als militaire vermomde
daders kwamen om. Met automatische wapens drongen ze het museum binnen, nadat ze eerst het parlementsgebouw probeerden aan te vallen. Mogelijk zijn er 2 of 3 voortvluchtigen. Sinds 2011 zijn er in Tunesië gevechten met leden van extremistische bewegingen. Verschillende agenten en militairen zijn daarbij omgekomen maar nooit burgers. Het is nog niet bekend wie de daders waren. DeBeuf denkt aan IS. "Na Parijs heb ik het meermaals gezegd en geschreven: dit is pas het begin. Je mag de impact van toespraken als die van IS-woordvoerder Mohammed al-Adnani niet onderschatten. Die riep aanhangers wereldwijd op om alle westerlingen, alle niet-gelovige moslims en al wie het niet met hen eens is, te doden." Tunesië, waar de Arabische Lente begon, schuift volgens DeBeuf op naar een seculiere democratie maar heeft een harde kern van conservatieve islamisten. Een deel daarvan is door het progressieve klimaat snel geradicaliseerd en vertrokken. Er zouden meer dan 3000 Tunesiërs naar IS gegaan zijn in Syrië.
Europa moet daarom ingrijpen in Libië. "Zolang daar niet voor stabiliteit en rust wordt gezorgd, zijn omringende landen zoals Tunesië, Algerije en Egypte ernstig in gevaar en kan de chaos zo overslaan. Europa moet daar trouwens ook voor vrezen."