DEN HAAG (ANP) - De nieuwe minister Judith Uitermark (Binnenlandse Zaken) heeft meteen op haar eerste dag een kritische brief op haar bureau gekregen van de TIB en CTIVD. Deze toezichthouders op de inlichtingendiensten zijn kritisch over de manier waarop haar voorganger Hugo de Jonge de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) met spoed toestemming heeft gegeven voor de inzet van bepaalde bevoegdheden, bijvoorbeeld om iemand af te luisteren. De TIB is hier vaak te laat van op de hoogte gebracht en kon daardoor haar taken niet goed uitvoeren, staat in de brief.
De AIVD heeft normaal gesproken goedkeuring nodig van zowel de minister als de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) voordat bepaalde bevoegdheden mogen worden ingezet. Het is aan de toezichthouder om te beoordelen of de privacy van een persoon of organisatie hier niet ten onrechte wordt geschonden. De geheime dienst mag in een geval van spoed meteen met de operatie beginnen nadat de minister mondeling toestemming heeft gegeven. Voorwaarde is wel dat de toezichthouder zonder uitstel schriftelijk om toestemming wordt gevraagd.
Dat laatste is in veel gevallen niet gebeurd, stellen TIB en CTIVD na een inventarisatie van de spoedklussen van het afgelopen halfjaar. In 58 procent van de gevallen duurde het tien dagen voordat de AIVD de minister verzocht om de toestemming schriftelijk te bevestigen. Vervolgens duurde het nog enkele dagen voordat dit verzoek werd doorgeleid naar de TIB, zodat die kon beoordelen of de toestemming terecht was verleend en of hier inderdaad sprake was van spoed.
Het duurde op deze manier te lang voordat spoedklussen konden worden beoordeeld en daarmee nam de minister een risico, vinden de toezichthouders. Hoe langer het namelijk duurt om een verzoek door te lichten, hoe moeilijker het wordt om dit terug te draaien. In de tussentijd kan door de operatie verkregen informatie namelijk op plekken binnen en buiten de AIVD terechtkomen.