Donald Trump was er toen hij in oktober Covid-19 had opgelopen slechter aan toe dan tot dusver bekend was, meldt The New York Times. Die krant baseert zich op vier bronnen die bekend waren met Trumps toestand.
De zuurstofwaarden in Trumps bloed zouden door het longvirus zo zeer zijn gedaald dat meerdere functionarissen in het Witte Huis vreesden dat hij aan de kunstmatige beademing moest worden gelegd. Hij werd vervolgens voor behandeling naar het militair ziekenhuis Walter Reed werd gebracht.
Trump vertoonde volgens ingewijden tekenen van longontsteking. Zo waren er plekjes in zijn longen waar vocht en bacteriën zich ophoopten. Die gelden als een teken dat wijst op acute longontsteking door toedoen van het coronavirus. De zuurstofwaarden in Trumps bloed daalden tot onder de 90 procent. Als die iets boven de 90 procent liggen, geldt dat al als een ernstig geval van Covid-19.
Destijds kwam naar buiten dat Trump koorts en ademhalingsproblemen had. Onbekend was tot dusver hoe ernstig de symptomen precies waren, en hoe zeer medewerkers van het Witte Huis op de president moesten inpraten om zich te laten behandelen.
Aanvankelijk wilde Trump niet naar het militair ziekenhuis. Het vooruitzicht om in ernstige toestand uit het Witte Huis gedragen te worden, haalde hem uiteindelijk over om zich toch te laten behandelen in het Walter Reed-hospitaal.
Eenmaal in het ziekenhuis schetsten Trumps behandelaars een rooskleurig beeld. Trump zelf en bronnen om hem heen ontkenden dat hij ernstig ziek was.
Door middel van een experimentele behandeling kwam Trump er uiteindelijk weer bovenop. Een van de middelen die de president kreeg, Regeneron, was toen nog niet goedgekeurd door de toezichthouder, maar werd toegediend nadat functionarissen van het Witte Huis zich daarvoor hadden ingespannen.