Bij helder weer zijn er in de nacht van donderdag op vrijdag veel vallende sterren te zien. Het zijn de Geminiden. Op het hoogtepunt, rond 06.00 uur 's ochtends, schieten zo'n tachtig tot honderd meteoren per uur langs de hemel. Een uur later zijn er nog zo'n zestig tot zeventig vallende sterren. Wie de sterrenregen wil zien, moet dan richting het westen kijken, ,,niet te laag boven de horizon en niet recht omhoog, maar half hoog'', aldus sterrenkundige Marc van der Sluys.
De omstandigheden zijn gunstig voor de vallende sterren. De maan gaat al vroeg in de nacht onder en de zon komt laat op. Het licht verstoort het schouwspel dus niet.
De Geminiden heten zo omdat het lijkt of de meteoren afkomstig zijn uit het sterrenbeeld Tweelingen (Gemini). In werkelijkheid zijn het minieme deeltjes steen en gruis van de planetoïde Phaethon. Elk jaar in december komt de aarde door die stofwolk. Als zo'n deeltje in de dampkring verbrandt, zien wij dat als een kort, gelig lichtspoor aan de hemel, een meteoor.
Wie de vallende sterren niet kan zien, krijgt al snel een herkansing. Op 4 januari is de volgende grote sterrenregen. Bovendien is deze dagen de komeet 46P/Wirtanen te zien, als een vage ster. Die zoeft niet langs de hemel, maar schuift elke dag een klein beetje verder.