Uit cijfers van het CBS blijkt dat in 2012 nog maar 27% van de Nederlanders vertrouwen had in kranten en nieuwszenders, tegen een derde in 2006. De mensen die er het minste fiducie in hebben zijn vrouwen, bejaarden, gescheiden en kerkgaande mensen, lager opgeleiden en CDA-stemmers. Thomas Bruning (algemeen secretaris van de Nederlandse Vereniging van Journalisten) vindt dat het tij moet worden gekeerd en pleit daarom voor een "vrijwillige vorm van zelfregulering" en niet voor bijvoorbeeld een keurmerk. Die vrijwillige vorm van zelfregulering bestaat nu in feite al dankzij de controle door de Raad voor de Journalistiek, aldus Bruning. Het aantal klachten dat daar wordt gedaan schommelt al lang rond de 80 en lijkt niet te stijgen. Er is sprake van nieuwe omstandigheden. "Steeds meer mensen hebben toegang tot massamedia en veel meer geluiden worden gezien als journalistiek. Het is de taak van de professionele journalist om zich te onderscheiden van bijvoorbeeld een enkel bericht op Twitter, dat door sommigen ook als journalistiek wordt gezien." Aan de andere kant putten journalisten ook uit steeds meer bronnen waaronder Twitter. Dat vereist snelheid. "Journalisten bouwen voort op Twitter, ze checken het bericht. Maar tegelijk wordt er gevraagd om snelheid én duiding. Dan moet je manieren vinden om wel als eerste het nieuws te blijven brengen, zonder concessies te doen aan zorgvuldigheid, bijvoorbeeld door de bron van de eerste informatie duidelijk te noemen en het feit dat er nog geen uitgebreide check op is geweest er duidelijk bij vermelden. Je moet blijven investeren in de kwaliteit van je berichtgeving." Volgens Bruning gaan mensen de media ook als partijdiger zien, bijvoorbeeld door gesponsorde bijlagen bij kranten en op televisie. "Dat vraagt om duidelijkheid naar je publiek over je rol."
Bron(nen): Volkskrant