Een Amerikaanse rechter heeft een verzoek van de Britse prins Andrew en zijn advocaten om een rechtszaak tegen hem stop te zetten afgewezen, meldt de Britse krant The Guardian. De rechtszaak is aangespannen door Virginia Giuffre. Zij beweert dat prins Andrew haar seksueel heeft misbruikt. Volgens de advocaten van Andrew woont Giuffre echter feitelijk niet in de Verenigde Staten, maar in Australië. Daardoor zou haar aanklacht niet rechtsgeldig zijn.
De rechter heeft prins Andrew's advocaten vrijdag in een schriftelijke verklaring laten weten dat zij volgens de planning documenten moeten overhandigen. Hij stelt dat de advocaten zich nog niet formeel hebben verweerd tegen de rechtszaak op grond van Giuffre's woonplaats. Hierdoor weigert de rechter hier vooralsnog een oordeel over te vellen.
De Britse prins zou Giuffre in 2001 hebben misbruikt. Zij was toen minderjarig. Ze zou geronseld zijn door de veroordeelde en inmiddels overleden zakenman Jeffrey Epstein, die destijds bevriend was met de prins. Het misbruik zou zich onder meer hebben afgespeeld in een huis van Ghislaine Maxwell, de vriendin van Epstein. Maxwell werd woensdag schuldig bevonden aan het ronselen van minderjarige meisjes.
Prins Andrew ontkent de beschuldigingen tegen hem. Maandag staat een hoorzitting in de zaak gepland. Die dag wordt naar verwachting ook een vertrouwelijke deal tussen Epstein en Giuffre openbaar gemaakt. De vrouw heeft Epstein jaren geleden voor de rechter gedaagd. Dat leidde in 2009 tot een schikking. De advocaten van prins Andrew kregen in oktober toestemming om de deal in te zien.