Groot geworden in de glorietijd van de jaren negentig, moesten de millennials plots carrière zien te maken midden in de grote crisis. Het heeft ze het predicaat 'verloren generatie' opgeleverd. De typische millennial ging met een gerust hart kunstgeschiedenis of antropologie studeren. Het zou immers wel goed komen met die baan. Toen brak plots de crisis uit, waarbij de banken omvielen en de arbeidsmarkt instortte. Diverse experts concluderen nu: die achterstand halen ze nooit meer in. Zo schrijft de Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank, dat millennials (geboren tussen 1980 en 2000) ver achterlopen op hun ouders als het gaat om vermogensopbouw en welvaart. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) schrijft: “Vergeleken met vorige generaties hebben millennials het. Ze zijn 40 procent armer dan hun ouders.” “Geluk staat niet in dezelfde mate aan hun kant, vergeleken met hun ouders”, concludeert ook zakenbank . De Zwitserse bank wijst op de dikke buffer van babyboomers. Millennials zijn volgens de Duitse socioloog Michael Hartmann vooral slachtoffer geworden van de financiële crisis van 2008. “Daardoor is een bestaand fenomeen geïntensiveerd, namelijk: het slinkende voordeel uit sparen ten opzichte van beleggen,” legt hij uit aan Business Insider. In het algemeen wordt de kloof tussen arm en rijk groter denkt Hartmann. “Beleggers in aandelen boeken aanzienlijke rendementen. Dit vermogen zorgt voor een tweedeling tussen millennials aan de boven- en onderkant van de arbeidsmarkt." Hoger opgeleide en beter verdienende millennials zijn namelijk meer geneigd te beleggen. “Erfenissen drijven de twee groepen nog verder uit elkaar.”