Raften door de Grand Canyon, een cruise door Antarctica of het beklimmen van de Mount Everest, het afvinken van een bucketlist is een populaire hobby. Het zou het ultieme geluk opleveren. Niets is minder waar schrijft Elif Isitman in Elseviers Juist. Ze noemt het een nieuwe vorm van materialisme en een teken van onvermogen om in het ‘hier en nu’ te leven. Bovendien past het bij de hedendaagse drang naar controleerbaar geluk. Maar geluk zit hem niet in een tot in de puntjes geplande wereldreis, maar juist veel meer in fijne alledaagse activiteiten. Uit psychologisch onderzoek blijkt dat je spontane geluksmomenten en aangename sociale contacten veel beter onthoudt dan activiteiten waaraan een uitgebreide planning ten grondslag ligt. En hoe origineel je ook probeert te zijn met je reisbestemming, in de praktijk doe je hetzelfde als al die andere 'vrije geesten' en 'wanderers'. Heb je vlak voor je doodgaat echt spijt als je je bucketlist niet hebt afgewerkt vraagt Isitman zich nog af. Ze concludeert dat mensen op hun sterfbed op de spijtvraag vooral dingen antwoorden als: ‘Ik wou dat ik niet zo hard had gewerkt.’ ‘Ik wou dat ik me minder had aangetrokken van wat anderen van me vonden.’ ‘Ik wou dat ik beter contact had onderhouden met vrienden.’
Bron(nen): Elsevier Juist